'De Hoeve'
Hein Keverweg Laren
Op deze pagina herdenken wij:
Het verraad van de Hoeve
Een van de belangrijkste onderduikadressen tijdens de Tweede Wereldoorlog was ongetwijfeld ‘De Hoeve’ aan de Hein Keverweg 1 te Laren. Het pand werd in 1943 gehuurd door de joodse magnetiseur Ies Bleekrode, die gemengd gehuwd was.
De joodse Ies Bleekrode en zijn vrouw Els Garms besloten al vroeg in de oorlog om joodse onderduikers in huis te nemen. In juni 1943 woonden ze nog in Villa Senang in Huizen, maar met uiteindelijk 23 onderduikers werd het er te vol. Samen met de Huizer verzetsstrijders Jan van Reijendam en Jan Kappelhof werd gezocht naar een nieuw pand. Dit werd pension De Hoeve aan de Hein keverweg 1 te Laren; een leegstaand retraiteoord van de Nederlands Hervormde kerk. De verhuiswagen van Banis bracht hun bezittingen vooruit en op een vroege ochtend liepen de onderduikers over de heide naar Laren. Dat lukte. Bleekrode was een zeer ondernemende figuur. Hij had niet alleen zelf onderduikers, hij verstrekte ook persoonsbewijzen en voedselbonnen aan anderen. In september 1943 werd in Haarlem op een vrouw die daar onderduikers hielp het adres van Bleekrode gevonden. Als gevolg daarvan vielen op 30-9-1943 twee jodenjagers van de Haarlemse Inlichtingendienst De Hoeve binnen. Dertig onderduikers werden gearresteerd en met de verhuiswagen van Banis afgevoerd. Ed Mathijse wist op tijd De Hoeve te verlaten, de 13-jarige Leonard Vis wist uit de trein te springen, Ruth Guth overleefde Theresienstadt en de andere onderduikers kwamen allemaal om in Auschwitz.
Struikelstenen voor de slachtoffers
De slachtoffers van pension De Hoeve in Laren hebben na tachtig jaar vergetelheid eindelijk een plek gekregen in Laren. Met een plaquette en Stolpersteine worden zij sinds 4 mei 2023 op de Hein Keverweg herdacht.
Op de avond van Dodenherdenking was Leonard Vis, inmiddels 92 jaar oud, terug op de plek waar hij in Laren ondergedoken had gezet. Als enige overlevende onthulde hij een plaquette die herinnert aan het droevige lot van de groep onderduikers.
Rond de plaquette hebben Stolpersteine met daarop de namen van alle slachtoffers een plekje gekregen. Vis voerde kort het woord en vertelde hoe dit een meer dan bijzonder moment voor hem was. Op de plaquette liet hij naar Joods gebruik een wit kiezelsteentje achter.
Holocaust Survivor Leonard Vis (92) 1943-2023 ´Back in Laren´ - YouTube
Film gemaakt door nabestaande Sylvia van der Sluis in samenwerking met Aaldrik Hermans
Zie ook: Artikel Gooi en Eemlander
De geschiedenis van Pension De Hoeve in de tweede wereldoorlog wordt zeer uitgebreid beschreven in het boek "Ies Bleekrode en zijn 32 onderduikers". door Aaldrik Hermans en Leonard Vis.
Leonard Vis
Op 13-jarige leeftijd kwam Leonard Vis als onderduiker hier terecht. Hij wist uiteindelijk na de razzia te ontkomen en heeft de oorlog overleefd. Hij is geëmigreerd naar Canada. Nu geeft hij les op scholen over de Holocaust en de gevaren van antisemitisme in de samenleving.
Ies en zijn vrouw kregen hulp van lokale verzetsmensen. Om ruim dertig mensen van voedsel te voorzien was een heel netwerk aan leveranciers nodig.
Leonard Vis (89 jaar): ‘We werden telefonisch gewaarschuwd door de Larense politie. Waar we heen moesten zeiden ze niet. Je wist niet waar je was, ik was van Huizen naar Laren verhuisd en net 13 jaar…wie kende je in die buurt en die mensen uit Amsterdam helemaal? Waar moest je heen’?
Na de razzia op 30 september 1943 zijn Ies Bleekrode en zijn vrouw Els Garms brodeloos geworden. Het verzet weet dat De Hoeve niet langer een veilige haven voor onderduikers is, dus vanuit deze hoek valt dan ook niet langer op klandizie te rekenen. Om het bedrijf voort te zetten verschijnen er weer regelmatig advertenties in de Gooi-en Eemlander, waarin het pension onder de aandacht gebracht wordt.
Leonard Vis: ‘Ies Bleekrode had van de ondergrondse een groot huis gekregen op de Hein Keverweg 1. Al snel kwamen zijn broer en 3 zusjes naar Laren bij hem onderduiken. Onze contactman was Jan van Rijendam uit Huizen (hier zat mijn zusje ondergedoken). Hoewel Liesbeth een heel aardige vrouw was, kreeg Bleekrode, toen hij beter in de slappe was kwam te zitten, een vriendin. Deze vriendin kwam ook gewoon bij ons over de vloer. Zijn familie bezwoer hem de verhouding te beëindigen. Toen hij het uitmaakte heeft deze vrouw ons verraden. Carel Faber de beruchte SD-rechercheur, die is overleden in Duitsland, was een van de twee die de leiding hadden tijdens de razzia. We werden 15 minuten van te voren door de politie gebeld met het bericht dat we verraden waren. We hadden geen idee waar we naartoe moesten (dat had de politie van Laren ons niet verteld). Een man is ontsnapt, hij had een niet-joodse verloofde in Amsterdam. Wij wachtten rustig af en deden niet eens de moeite om ons te verstoppen in de schuilplaats. De Larense politie had de buurt afgezet en nadat Faber het enorme gezelschap zag, liet hij de politie een verhuiswagen bestellen van Banis Transport uit Laren. Hierin zijn we afgevoerd naar Amsterdam’.
Op 30 september 1943 zette de Larense politie de omgeving van het huis af. Twee SD-ers, onder wie de beruchte gebroeders Faber, arresteerden vervolgens alle onderduikers. Zij toucheerden f 7,50 per opgepakte jood.
Rachel Vogel-Bleekrode
Amsterdam, 24 mei 1887
Auschwitz, 22 oktober 1943
Bereikte de leeftijd van 56 jaar
Beroep:
Abraham Vogel
Amsterdam, 14 januari 1877
Auschwitz, 22 oktober 1943
Bereikte de leeftijd van 66 jaar
Beroep: reiziger
Rachel Vogel-Bleekrode was met haar man, Abraham Vogel, en andere familieleden ondergedoken bij haar broer aan de Hein Keverweg 1 in Laren. Deze broer was gemengd gehuwd en had zich niet als jood laten registreren. Hij droeg daardoor geen jodenster op zijn kleding. In huis waren zo'n 30 joodse onderduikers opgenomen.
Op 30 september 1943 werden alle 30 onderduikers verraden en door de SD gearresteerd. Vanuit de Hollandsche Schouwburg zijn zij op 9 oktober 1943 naar Westerbork getransporteerd en op 19 Oktober op transport gesteld Bij aankomst in Auschwitz op 22 Oktober 1943 werden zij onmiddellijk vermoord.
Rachel is gehuwd geweest met Gabriel Vigevino 29 september 1910 te Amsterdam, samen hadden ze een dochter Rebecca. Zij is hertrouwd met Abraham Vogel 21 december 1932 te Amsterdam.
Maker van het herinneringsbordje: Dorrus Ligteringe
Regina Bleekrode
Amsterdam, 27 maart 1898
Auschwitz, 22 oktober 1943
Bereikte de leeftijd van 45 jaar
Beroep: kapster
Paul Bleekrode
Valburg, 23 augustus 1923
Auschwitz, 31 maart 1944
Bereikte de leeftijd van 20 jaar
Beroep: scholier
Regina Bleekrode was met haar zoon Paul ondergedoken bij haar gemengd gehuwde broer in Laren. Door verraad zijn zij op 30 september 1943 gearresteerd. Zij werden door de SD gearresteerd. Vanuit de Hollandsche Schouwburg zijn zij op 9 oktober 1943 naar Westerbork getransporteerd en op 19 Oktober op transport gesteld.
Bij aankomst in Auschwitz op 22 Oktober 1943 werden zij onmiddellijk vermoord. Paul is de zoon van Regina Bleekrode. Paul Bleekrode was lid van de zwemvereniging 'de Robben' in Amsterdam. Ondanks dat hij epilepsie had, was hij een goede waterpoloër.
Maker van het herinneringsbordje: Erwin van den Berg
Eva Gobits-Bleekrode
Amsterdam, 9 januari 1906
Auschwitz, 22 oktober 1943
Bereikte de leeftijd van 37 jaar
Beroep:
Robert Sem Gobits
Amsterdam, 29 april 1931
Auschwitz, 22 oktober 1943
Bereikte de leeftijd van 12 jaar
Beroep:
Eva Bleekrode was met haar zoon Robert ondergedoken bij een broer aan de Hein Keverweg in Laren. De broer was gemengd gehuwd. Op 30 september 1943 deed de SD een inval na te zijn getipt. De onderduikers werden gearresteerd.
Op hetzelfde adres waren ook Regina Bleekrode en haar zoon Paul ondergedoken
Maker van het herinneringsbordje: Karin Calis
Samuel Bleekrode
Amsterdam, 14 juni 1893
Auschwitz, 11 februari 1944
Bereikte de leeftijd van 50 jaar
Beroep: verplegende
Vrouwtje Bleekrode-Presser
Amsterdam, 28 oktober 1892
Auschwitz, 11 februari 1944
Bereikte de leeftijd van 51 jaar
Beroep: reiziger
Samuel Bleekrode was samen met zijn echtgenote, Vrouwtje Presser, ondergedoken bij zijn broer aan de Hein Keverweg in Laren. Deze broer was gemengd gehuwd en droeg geen jodenster op zijn kleding. Bij hem in huis waren zo'n 30 joden ondergedoken. Zij werden verraden.
Op 30 September 43 werd er een inval gedaan door 2 lieden van de SD en een groep Larense politieagenten. De onderduikers zijn via de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam naar Westerbork gestuurd.
Maker van het herinneringsbordje: Erwin van den Berg
Jacob Eliazer Boas
Amsterdam, 11 februari 1901
Polen, 31 maart 1944
Bereikte de leeftijd van 43 jaar
Beroep: procuratiehouder
Esther Boas-van Kollem
Amsterdam, 23 februari 1901
Auschwitz, 22 oktober 1943
Bereikte de leeftijd van 42 jaar
Beroep:
Selma Marie Boas
Amsterdam, 26 juli 1924
Auschwitz, 22 oktober 1943
Bereikte de leeftijd van 19 jaar
Beroep:
Mary Boas
Amsterdam, 30 april 1929
Auschwitz, 22 oktober 1943
Bereikte de leeftijd van 14 jaar
Jacob is een zoon van Eliazer Samuel Boas en Sippora de Casseres. Hij trouwde 23 juli 1923 met Esther van Kollem.
Kinderen: Selma Marie, 26 juli 1924 en Mary, 30 April 1929
Dit gezin was ondergedoken bij ‘De Hoeve’ aan de Hein Keverweg in Laren. Hun aanwezigheid aldaar, tezamen met nog zo'n 30 andere joodse onderduikers, werd verraden.
Via de strafgevangenis in Haarlem en de Hollandsche Schouwburg werden zij op 10 oktober 1943 naar Westerbork getransporteerd. Het was die dag Jom Kippoer (Grote verzoendag).
Esther van Kollem is een dochter van Hartog van Kollem (A'dam, 21 augustus 1876 - A'dam, 28 november 1936) en Maria Leefman (A'dam, 26 oktober 1875 - A'dam, 22 januari 1940).
Esther werkte in 1918 als telegrafiste bij de Rijkstelegafie. In die functie ontving zij als eerste, onder strikte geheimhouding, dat Duitsland had gecapituleerd en om wapenstilstand had verzocht. Door: Marie-José Keijzers
Op 13-1-1942 doet procuratiehouder Jacob Eliazer Boas aangifte van diefstal door braak bij zijn werkgever.
Maker van de herinneringsbordjes: Marionne Bakker
Maurits van Kollem
Amsterdam, 18 mei 1914
Polen, 31 maart 1944
Bereikte de leeftijd van 29 jaar
Beroep:
Selma Jeannette van Kollem-van der Sluis
Amsterdam, 24 juni 1917
Auschwitz, 22 oktober 1943
Bereikte de leeftijd van 26 jaar
Maurits van Kollem trouwde met Selma van der Sluis op 22 maart 1942. Zij waren beiden ondergedoken in Laren (Hein Keverweg 1) en zijn daar door verraad op 30 september 1943 gearresteerd en door de SD gearresteerd. Vanuit de Hollandsche Schouwburg zijn zij op 9 oktober 1943 naar Westerbork getransporteerd en op 19 Oktober op transport gesteld Bij aankomst in Auschwitz werden zij onmiddellijk vermoord.
Selma van der Sluis was in verwachting van haar eerste kindje.
Volgens een lijst met winkels van joodse eigenaren, opgesteld door de Amsterdamse politie in 1940, had dit gezin een slagerij, adres: Van Woustraat 137 te Amsterdam. Dat was de slagerij van Benjamin van der Sluis.
Maker van de herinneringsbordjes: Karin Calis
Benjamin van der Sluis
Meppel, 28 september 1886
Auschwitz, 22 oktober 1943
Bereikte de leeftijd van 57 jaar
Beroep: slager
Benjamin van der Sluis was de vader van Selma Jeannette van Kollem-van der Sluis. Ook hij zat ondergedoken op De Hoeve in Laren en is op 30 september gearresteerd en via Westerbork naar Auschwitz gebracht en vermoord.
Maker van het herinneringsbordje: Marijke van Schaik
Esther Knoop
Amsterdam, 18 november 1882
Auschwitz, 22 oktober 1943
Bereikte de leeftijd van 60 jaar
Beroep: modiste
Rachel Vles-Knoop
Amsterdam, 3 september 1885
Auschwitz, 22 oktober 1943
Bereikte de leeftijd van 58 jaar
Beroep:
Esther en Rachel waren zusters geboren in Amsterdam.
Esther Knoop, geboren op 18 November 1882 in Amsterdam, was de 2e van de acht kinderen van Salomon Knoop en Ribca Lopes Cardozo. Zij woonde met haar ouders in Amsterdam totdat zij op 29 Maart 1917 vertrok uit Amsterdam naar Hengelo (Overijssel). Zij woonde daar op het adres Vondelstraat 3 en zij verdiende haar brood als modiste. Esther was ongehuwd. De commissaris van politie te Hengelo verzocht opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Esther Knoop. Zij woonde in Hengelo en zij was van woonplaats veranderd zonder de daartoe vereiste vergunning te hebben verkregen. Met deze omschrijving werden joden aangeduid die waren ondergedoken.
Algemeen Politieblad, nr 48, 3 december 1942, 1351, bericht 2959
Toen de Duitse bezetters in 1942 verordonneerden dat alle Joden die in de provincie woonden, moesten verhuizen naar Amsterdam, moest Esther óók verhuizen, maar dat deed zij niet. In plaats daarvan trachtte zij een onderduikplek te verkrijgen om aan deportatie te ontkomen. Zij kwam in contact met haar zuster Rachel Vles-Knoop in Amsterdam die op de Ringdijk 81 in Amsterdam-Oost woonde en kwam in December 1942 bij haar en zij gingen in onderduik in Laren. Zij werden echter verraden, naar de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam gebracht en kwamen uiteindelijk op 9 October 1943 in Westerbork terecht waar zij werden ingesloten in de strafbarak 67.
Op 19 October werd Esther Knoop op transport gesteld, samen met haar zuster Rachel en bij aankomst in Auschwitz op 22 October 1943 werden zij onmiddellijk vermoord.
Rachel Knoop, geboren op 3 September 1885 in Amsterdam, was een dochter van Salomon Knoop en Ribca Lopes Cardozo. Zij trouwde op 29 Februari 1928 met de weduwnaar van Helena Franken, Alexander Vles, die op 24 September 1882 in Zutphen was geboren als zoon van Levie Joseph Vles en Sara Snoek.
Uit het eerste huwelijk van Alexander Vles met Helena Franken werden twee kinderen geboren: in 1915 hun dochter Helena, die in 1937 huwde met Roelof van Zijl, die beiden de Holocaust overleefden en in 1920 werd hun zoon Alexander geboren, die óók de Holocaust heeft overleefd. Uit het tweede huwelijk van Alexander Vles met Rachel Knoop zijn geen kinderen bekend.
Vanaf 30 Augustus 1929 woonden Rachel Knoop met haar man Alexander Vles en stiefkinderen op de Heimansweg in Amsterdam-Noord maar in Maart 1939 verhuisde het gezin naar de Nieuwe Bussumerweg in Huizen. Daar is Alexander Vles op 58-jarige leeftijd op 19 Juli 1941 overleden. Op 22 December 1942 moesten Rachel en haar stiefzoon verplicht verhuizen naar Amsterdam en kwamen toen terecht op de Ringdijk in Amsterdam-Oost.
Rachel onderging hetzelfde lot als haar zus Esther.
Maker van de herinneringsbordjes: Karin Calis
Flora Mathijse-Leefman
Amsterdam, 12 februari 1880
Auschwitz, 22 oktober 1943
Bereikte de leeftijd van 63 jaar
Beroep: koopvrouw
Netty Mathijse
Amsterdam, 8 augustus 1925
Auschwitz, 22 oktober 1943
Bereikte de leeftijd van 18 jaar
Flora is een dochter van Salomon Leefman en Klaartje Kan (26 aug 1851 Mep). Ze trouwde 26 november 1903 met Jonas Mathijse (A'dam, 30 oktober 1877 - A'dam, 21 april ?), zoon van Eduard Mathijse en Esther Ouds.
Zij woonde tot haar huwelijk met diamantbewerker Jonas Mathijse in Weesp. Het echtpaar kreeg drie kinderen van wie er twee de oorlog overleefden. Flora Leefman werd voor de oorlog weduwe.
Kinderen: Eduard, 10 Augustus 1904, Salomon, 29 Februari 1908, Netty, 8 Augustus 1925.
Netty Mathijse was een dochter van Jonas Mathijse en Flora Leefman.
Netty was met haar moeder en met haar broer ondergedoken in Laren. Op 30 September '43 deed de Sicherheitsdienst (Carel Faber) daar een inval. Het adres, waar meerdere Joden waren ondergedoken, was verraden. De broer van Netty wist te ontkomen. Netty en haar moeder werden op 10 Oktober 1943 vanuit de Hollandse Schouwburg naar Westerbork vervoerd en vervolgens doorgestuurd naar Auschwitz. Door: Marie-José Keijzers
Maker van de herinneringsbordjes: Marieke ten Donkelaar
Maurits Duveen
Amsterdam, 13 juli 1897
Auschwitz, 22 oktober 1943
Bereikte de leeftijd van 46 jaar
Beroep: koopman
Julia Duveen-Cheim
Amsterdam, 17 december 1901
Auschwitz, 22 oktober 1943
Bereikte de leeftijd van 41 jaar
Beroep: hulp in huishouding
Maurits Duveen was op 29 Augustus 1941 getrouwd met Julia Dorothea Cheim. Begin 1942 woonde zij in Amsterdam. Later verhuisde Maurits Duveen naar de Lekstraat 112 in Amsterdam.
Hij is ondergedoken bij Ies Bleekrode op de Hein Keverweg te Laren. Op 30 september 1943 wordt het echtpaar samen met de andere onderduikers door de SD gearresteerd. Vanuit de Hollandsche Schouwburg zijn zij op 9 oktober 1943 naar Westerbork getransporteerd en op 19 Oktober op transport gesteld Bij aankomst in Auschwitz werden zij onmiddellijk vermoord.
Voordat de weduwe Julia Dorothea Cheim met de Naardense weduwnaar Maurits Duveen trouwt, woont zij op de Karel du Jardinstraat in Amsterdam. Na het huwelijk gaat zij bij hem op de Fortlaan 31 wonen. In 1942 leefden zij gescheiden. Later zitten zij samen ondergedoken in Laren. En worden daar verraden.
Maker van de herinneringsbordjes: Wil Bongers
Samuel Ikkersheim
Amsterdam, 11 juni 1895
Auschwitz, 31 maart 1944
Bereikte de leeftijd van 48 jaar
Beroep: procuratiehouder
Sara Ikkersheim-Sarphatie
Amsterdam, 12 mei 1898
Auschwitz, 22 oktober 1943
Bereikte de leeftijd van 45 jaar
Beroep:
Willem Daniël Ikkersheim
Amsterdam, 6 augustus 1927
Auschwitz, 31 maart 1944
Bereikte de leeftijd van 16 jaar
Beroep: reiziger
Door: Jeannette Clara Wilhelmina Boom-Rooiman
De 26 jarige boekhouder Samuel Ikkersheim (zoon van Wolf Samuel Ikkersheim en Mietje Viskoper) trouwt op 30 maart 1922 met Sara Ikkersheim-Sarphatie (23 jaar) (dochter van Daniel Sarphatie en Klara Gans). Willem Daniël Ikkersheim is hun zoon.
Het gezin Ikkersheim zat ondergedoken bij Ies Bleekrode op de Hein Keverweg te Laren.
Sara Ikkersheim is met de 30 onderduikers verraden en gearresteerd door de SD. Afgevoerd naar Westerbork en vermoord in Auschwitz.
Hoe de arrestatie van Samuel en Willem Ikkersheim is gegaan weten we tot op heden niet.
Zij zijn pas op 31 maart 1944 in Auschwitz vermoord.
Maker van de herinneringsbordjes: Cor Bakker
Meijer Max Mot
Amsterdam, 10 september 1920
Polen, 31 maart 1944
Bereikte de leeftijd van 23 jaar
Beroep:
Meijer Max (Jo) Mot was een AJC'er in hart en nieren. Hij werkte vanaf 9 januari 1942 als bediende bij de Joodse Raad. Hij was een fijne man. Hij werd op 30 september 1943 op zijn onderduikadres in Laren verraden en door de SD gearresteerd.
Vanuit de Hollandsche Schouwburg is hij op 9 oktober 1943 naar Westerbork getransporteerd. In afwijking van de andere onderduikers van de Hein Keverweg is hij pas op 31 maart 1944 in Polen vermoord.
Maker van de herinneringsbordjes: Marionne Bakker
Meijer Jacob Polak
Amsterdam, 31 mei 1898
Polen, 31 maart 1944
Bereikte de leeftijd van 45 jaar
Beroep:
Reina Sophia Polak-Samuels
Groningen, 21 mei 1898
Auschwitz, 22 oktober 1943
Bereikte de leeftijd van 45 jaar
Beroep:
Meijer Polak was leraar Duits op het Joods Lyceum in Amsterdam. Hij trouwde in 1927 met Reina Sophia Samuels. Het echtpaar kreeg twee kinderen die beide de oorlog zouden overleven.
Meijer Polak en Reina Sophia Polak-Samuels zaten ondergedoken bij Ies Bleekrode op de Hein Keverweg te Laren.
Meijer is pas op 31 maart 1944 in Polen vermoord. Reina is net als de andere onderduikers van de Hoeve op 30 september 1943 verraden en gearresteerd door de SD, afgevoerd naar Westerbork en vermoord in Auschwitz.
Maker van de herinneringsbordjes en (algemene) motivatie: Marijke van Schaik
Mijn stoere oma
Bezig met het maken van de herdenkings borden die ter herdenking aan de Joodse slachtoffers in de oorlog 40/45 aan De Brink in Laren worden opgehangen.
Opeens krijgen de slachtoffers een gezicht.
Ineens denk ik aan mijn moeder die toch wel een flinke deuk in haar psyche had opgelopen vanwege deze oorlog.
De onveilige situatie die ze als kind had ervaren vanwege de vele Joodse onderduikers in huis. De angst voor de klop op de deur. Geen emoties meer kunnen toelaten. Het glashard kunnen liegen.
Volwassenen, kleine kinderen. Bram, Sam…. Esther, hoe zal het hen vergaan zijn.
De invallen van de Duitsers waarbij haar broer werd meegenomen.
Haar smokkelroutes, op de fiets met houten banden, waarbij ze haar van onderen dichtgebonden broekspijpen vol verstopte etenswaren had om toch bijna dagelijks meer dan twintig monden te kunnen voeden.
Mijn stoere oma, een weduwvrouw met negen kinderen, die voor haar moed en hulp in het verzet postuum de Jad Vashem onderscheiding heeft gekregen.
Ppfffff…..
Ineens zo dichtbij….
Heb ik wel voldoende oren gehad voor haar verhalen….
Het antwoord is ….. nee!
Baruch Lopes de Leao Laguna
Amsterdam, 16 februari 1864
Auschwitz, 19 november 1943
Bereikte de leeftijd van 79 jaar
Beroep: schilder
Zelfportret
Baruch Lopes de Leaô was de zoon van Salomon Lopes de Leaô Laguna en Sara Kroese. Op tienjarige leeftijd werd hij wees.
In 1889 verhuisde hij met zijn vrouw van Amsterdam naar Laren vanwege haar gezondheidsproblemen.
Uit het artikel van Herman Minkenhof:
Baruch werd opgevoed in het Portugees-Israëlietisch Weeshuis in Amsterdam. Hij moest iedere dag naar de Portugese Snoge, waar hij meer onder de indruk was van de gezichten om zich heen dan van het interieur, gezichten die hij als jongetje tekende. Toen op zijn veertiende over zijn toekomstige beroep moest worden beslist, werd hij naar de Quelliniusschool gestuurd voor de opleiding tot decoratieschilder. Na twee jaar kreeg hij toestemming examen te doen voor de Academie, waar Allebé en Wijnveld zijn leermeesters waren.
Op zijn zeventiende moest hij het weeshuis verlaten en op eigen benen gaan staan. Op een zolder in de jodenbuurt richtte hij zijn atelier-woonplaats in. Hij werkte voor tijdschriften. Hij verwierf zich naam toen hij voor het eerste nummer van Elsevier's Maandschrift schetsen van de jodenbuurt maakte.
Als muziekliefhebber bezocht hij Frascati. Daar maakte hij eens een tekening van een oude cellist. Op advies van de beeldhouwer Teixeira de Mattos stuurde hij die tekening naar Arti, waar ze werd aangekocht. Baruch werd als lid van Arti aangenomen. Hij kreeg verschillende opdrachten. Na zijn huwelijk met Rosa Asscher - omstreeks zijn dertigste - vestigde hij zich in het Gooi, eerst in Laren, toen in Hilversum en uiteindelijk in Blaricum. Zijn laatste woonadres was op de Zwaluwenweg.
"Het eigenlijke schilderscentrum Laren-Blaricum. Hij was zeer thuis in deze verzamelplaats van joviale en origineele naturen, afkomstig uit alle locale, nationale en anthropologische sfeeren. Hij bracht in dit veelkleurige menschenpalet zijn bijzondere kleur en in het veelstemmige koor, dat dagelijks na het werk om de 'ronde tafel van Hamdorff' klonk, liet men hem gaarne als solist in Amsterdamsche gijn optreden."
Hij was niet geïnteresseerd in landschappen. Af en toe maakte hij een schilderij van een Goois landschap, omdat de Larensche Kunsthandel dat graag wilde voor de export naar Amerika. Maar dan schilderde Baruch er altijd een mensenfiguur op:
"Menschen moest hij hebben: boeren, bankiers, militairen, mondaine vrouwen, zachte moeders met kinderen, kooplieden, geleerden, artsen." Hij was vooral de man van de "belle peinture".
Hij schilderde onder meer Ferdinand Domela Nieuwenhuis ("een mooie kop had hij"), minister van Oorlog, Colijn, opperrabbijn Van Loen. Hij werd eens naar Engeland geroepen om mevrouw Deterding te schilderen. Dat werk moest hij acht dagen onderbreken vanwege een uitnodiging waaraan mevrouw Deterding zich niet kon onttrekken. Henry Deterding gaf hem toen een cheque om zich gedurende die dagen op de Derbyraces te vermaken.
"Naar de paarden, och meneer Deterding, het zal u wel hetzelfde zijn, ik ga liever zoolang naar mijn Rosie."
Baruch leefde voor zijn gezin. Rose en hij kregen een zware klap toen hun veelbelovende zoon Martijn bij een motorongeluk om het leven kwam. Door hard te werken kon hij met dit verdriet leven en als 78-jarige werkte hij nog steeds:
"Want ondanks zijn zelfvertrouwen is de 78-jarige als kunstenaar een bescheiden man gebleven, die hooge eischen aan zichzelf stelt. Met de eischen die hij anderen stelt, typeert hij zichzelf als Jood: Onrecht is de ergste ondeugd die hij kent. Hij houdt van mooie menschen, maar een mooi karakter is hem meer waard."
Het Joodsche Weekblad, 10 oktober 1941, 5
Zie verder: J. van Adrichem (et al.), Rebel, mijn hart : kunstenaars 1940-1945 (Zwolle 1995)
Zijn vrouw Rose Asscher was samen met enkele andere vrouwen ondergedoken in Laren bij de familie Rem op het Zevenend. Ze werden door Nederlandse politieagenten opgehaald.
Maker van het herinneringsbordje: Marijke van Schaik
Clara van Kollem
Amsterdam, 23 oktober 1906
Auschwitz, 22 oktober 1943
Bereikte de leeftijd van 36 jaar
Beroep: kantoorbediende
Clara (Clarissa) van Kollem was de oudere zus van Maurits. Ze was samen met hem en zijn vrouw ondergedoken in Laren (Hein Keverweg ). Ze werden verraden en gearresteerd op 30 september 1943.
Maker van het herinneringsbordje: Wenda van 't Klooster-Calis